Oma. Bijna 95. Geboren vlak na de Eerste Wereldoorlog, de Tweede overleefd. Van ‘alles op de fiets’ naar auto’s en van zwart-wit televisie naar een plasma tv. Ze past zich kranig aan. Met behulp van Tafeltje Dekje, lieve familie en de thuiszorg kan ze nog zelfstandig wonen. Lopen gaat niet meer. In huis wordt zij ondersteund door haar rollator, maar buiten lopen is een onderneming die verleden tijd is.
Althans. Ze loopt niet meer zelf. Een rolstoel biedt uitkomst. Samen met haar op pad gaan is een feestje. Inmiddels hebben we een heel ritueel. Vooraf bel ik altijd even: “Oma, gaat u mee een ommetje maken met de rolstoel?” Ik stel me voor hoe ze naar buiten kijkt en de wolkenlucht observeert. “Ja, kunnen we wel doen”, is meestal het antwoord. Ik geef haar tien minuten voorsprong. Zij gaat naar het toilet, snort haar schoenen op en kiest een jas uit. Als ik aankom zit ze klaar. Vol verwachting.
Parmantig zit ze in haar stoel. Rechtop. Goed verzorgd en met gekamde haren. “Waar gaan we heen?’’, vraag ik. “O, maakt niet uit,” luidt altijd het antwoord. Omdat dit ritueel al een aantal jaar gaande is, hebben we inmiddels onze vaste stekjes: we laten de banden van de rolstoel oppompen bij de fietsenmaker, ontmoeten bekenden in het winkelcentrum, genieten van de spelende kinderen op de schoolpleinen en dieren die we onderweg tegenkomen moeten altijd even worden gegroet.
Wat mij opvalt is dat ik zelf ook anders naar de wereld kijk. De wereld van achter de rolstoel. Ik zoek op haar ooghoogte naar dingen die de moeite waard zijn: de rododendrons in bloei, narcissen in het park of kleine eendjes in de sloot. Inmiddels wordt het weer herfst en hebben we alweer samen naar kastanjes gezocht. Dat hebben we maar mooi weer gehaald. Op naar de eerste sneeuwklokjes.
Mooi verhaal Roos
Ontroerend! Ik hoop dat ze het goed maakt ….