Zo aan het eind van het jaar krijg ik altijd de kriebels. Opruimkriebels wel te verstaan. Het huis moet schoon en troep moet weg. Een artikel over het populaire Ontspullen helpt me daarbij. De Japanse Marie Kondo is opruimgoeroe en vindt dat je maar liefst tachtig procent van je spullen weg kunt doen. Nu vind ik dat wel heel rigoureus, maar haar filosofie is waarheid:  het hebben van minder spullen geeft rust in je hoofd. Bovendien bespaart het tijd want je hoeft minder lang naar je spullen te zoeken, minder op te ruimen en (heel fijn!) je hoeft het niet allemaal meer schoon te houden. De theorie van de goeroe is dat je opruimt per ruimte. Dat kan een hele kamer zijn, maar een kast telt ook en als je weinig tijd hebt is het zelfs okee om een laatje per keer te doen. Bij alle spullen uit die ruimte vraag je je af: word ik er nog blij van? Of heb ik dit nodig? Als het antwoord twee keer ‘nee’ is, kan het weg. Voor de spullen die weg kunnen maak je stapels: 1. Iemand anders wordt hier nog wel blij van dus ik kan dit weggeven of naar een kringloopwinkel brengen. Of 2. Dit kan echt weg. En volgens dit systeem ruim je alle ruimten in je huis op. O, heel belangrijk: tijdens het opruimen van die ene ruimte, mag je deze ruimte niet verlaten. Het gevaar is namelijk dat als je spullen weg gaat brengen, je weer ergens anders iets opentrekt en er nog steeds niet wordt opgeruimd. Goed, heel verhaal over deze opruimtheorie maar voor mij werkt het dus. Ik zit nog lang niet op tachtig procent, maar ik heb al flink veel weggedaan. Toen ik aankwam bij de keukenkastjes stuitte ik op een tulband waar je een cake in kunt bakken. Ik stelde mijzelf de vraag: heb ik dit nodig? Uhm, nee, niet echt. Want ik heb al een een gewone cakevorm waar ik ook een cake in zou kunnen bakken. Dan vraag twee. Word ik hier blij van? Uhm, eigenlijk ook niet echt. Zo’n tulband is best een onding in je keukenkastje en tot nu toe had ik er nog nooit iets in gemaakt. Toch parkeerde ik hem even op de niet-bestaande stapel: ‘misschien moet ik dit toch nog even bewaren, voor het geval dat ik persé een cake wil bakken in een tulbandvorm’. En dat was maar goed ook, want je mag raden waar ik dit weekend dringend behoefte aan had. Juist, perencake met pure chocolade. Uit een tulband.

Was ik even blij dat ik hem niet had weggedaan…